Opgezwollen oogleden, een open wond op het voorhoofd en een zwaar beschadigde neus. De fascinatie van Margreet Bouman voor hoofden en zelfportretten heeft een onverwachte wending genomen. Een fietsongeluk, waarbij zij hard met haar hoofd op de tramrails ten val kwam, vormde de aanleiding voor de serie ‘gewonde hoofden’. In het verleden heeft Margreet Bouman (Haarlem, 1953) zich nooit iets aangetrokken van esthetische uitgangspunten. Dat kijkers die geconfronteerd worden met de beelden van haar gedeeltelijk verminkte gezicht af en toe even moeten slikken of zelfs het hoofd zullen afwenden, is voor haar het onvermijdelijke gevolg van de behoefte om een schrijnende werkelijkheid in beeld te brengen die haaks staat op het ‘mooi en jong’ van tandpastaspotjes en deodorantreclames. In vroeger werk combineerde Bouman hoofden met allerlei gegevens, zoals handen, organische vormen, stippelpatronen, labyrintische lijnstructuren en coördinatiepunten. In de serie ‘Hurt Heads’ zijn andere referentiekaders achterwege gebleven. Alleen vingertoppen die de wonden betasten en een doekje waarmee het bloed gedept wordt, zijn zichtbaar in beeld gebracht, maar verder is alle aandacht genadeloos gefocust op het gewonde gezicht.
Door het fietsongeluk is Margreet Bouman anders naar hoofden gaan kijken. Aanvankelijk fungeerde het portret voor haar als een abstract gegeven, een soort denkraam, de zetel van de geest, het epicentrum van het mensbeeld. In ‘Hurt Heads’ is het gezicht ineens concreet en persoonlijk geworden. Het reflecteert de ontluisterende of deplorabele toestand van het moment. Hoe aangrijpend de verbeelding ook is, Bouman laat niet na het leed en de schade zodanig te relativeren dat het hanteerbaar en minder afzichtelijk wordt. Al vanaf begin jaren tachtig schildert, tekent en aquarelleert Bouman zelfportretten die meer vertellen over haar ‘state of mind’ dan over de waarneembare werkelijkheid. Portretten waren voor haar altijd subjectief ingekleurde zelfbeelden. In de loop der jaren werden steeds nieuwe invalshoeken gevonden die de behandeling van het thema actueel, alert en vitaal hielden. De kunstenares vond steeds nieuwe bruikbare ammunitie. In dat licht gezien heeft de ongelukkige val met de fiets een welkome aanvulling opgeleverd. De thematiek heeft er een compleet andere dimensie bij gekregen die dichter op de huid van Margreet Bouman zit dan de gefingeerde aannames en gedroomde ervaringen waar zij in vroeger werk van uitging. Door de ingrijpende gebeurtenis ging het tot dan toe irrelevante uiterlijk de voorheen superieur geachte innerlijke belevingswereld (tijdelijk) beheersen.
‘Hurt Heads’, Margreet Bouman, 1 t/m 29 september 2002, Galerie Lutz, Oude Delft 195, Delft,
Wim van der Beek (artikel Kunstbeeld)